september 2011

September 2011: Op de 1e komen we aan in La Garde Freinet en moeten dan nog een paar kilometer doorrijden naar de camping. We zijn er al vroeg in de middag en als we ons geïnstalleerd hebben drinken we eerst lekker thee in de schaduw bij de tent van Arja en Mattijs (het is stralend warm weer) en daarna gaan we ons verpozen in het zwembad. We drinken wat bij de tent en maken gezamenlijk de avondmaaltijd klaar en de avond vliegt om met eten, wat drinken en kletsen. De volgende dag gaan we eerst lekker naar het strand (bij Grimaud, niet zo heel ver van St Tropez) en vervolgens bezoeken we het stadje zelf en lopen er naar de ruïne. ’s Avonds gaan we uit eten in LGF (je kunt wel zien dat dit het toppunt van een toeristische streek is, een dorpje van niks met een hele rits eettentjes) en de volgende morgen ontbijten we bij de camper voor we richting Marseille gaan. We rijden afzonderlijk, Mattijs en Arja gaan hun huurauto inleveren en wij rijden naar de plaats vlakbij een metrostation waar we hen weer oppikken in een hectisch stukje Marseille. Maar alles verloopt naar wens en nog voor de lunch zitten we met z’n vieren in de camper. Even buiten de stad parkeren we daar voor en daarna gaan we richting Auvergne. Eerst is het landschap niet zo boeiend maar na Alès is dat ineens anders en rijden we een prachtige route met mooi uitzicht. In Florac vinden we een camperplek voor ons en een chambre d’hôte voor Arja en Mattijs en daarna ook nog een leuk restaurantje. Na een heerlijke nachtrust ontbijten we gevieren bij de gastvrouw van A&M en ik wordt verrast door een mooie tekening van haar charmante 4jarige dochtertje. Na een hartelijk afscheid van haar en haar moeder, gaan we weer op weg. Onderweg doen we nog een paar boodschappen voor de lunch en al kort na de middag zijn we in La Chazotte. We kunnen lekker buiten zitten en ook de volgende twee dagen is het lekker buiten. Woensdag zal het volgens de voorspellingen ernstig mis zijn maar het valt mee, wel wat miezerregen maar we kunnen prima wandelen en daarna zelfs buiten thee drinken. Donderdag zetten we A&M in Riom op de trein richting Parijs, waar ze aan de laatste etappe van hun vakantie beginnen en na het uitzwaaien doen wij boodschappen en rijden terug naar ons huis. Daar is het weer even wennen aan de stilte. De 2e septemberweek krijgen we weer een dagje visite. Govert (neef van mij) en Rianne komen ons met de camper opzoeken en overnachten op ons terrein. Zij zijn ook gek op Frankrijk en we wisselen nogal wat tips uit en praten lekker bij. En 3 dagen later is het alweer prijs, nu komen er camperaars langs die ons adres uit de NKCgids hebben. De hele middag horen we allerlei prachtige verhalen van Frits. De andere morgen vertrekken ze weer maar ook nu krijgen we eerst onze portie verhalen nog. Inmiddels waren we aan een zoldertje in de garage begonnen maar door alle verhalen had dat wel enige vertraging opgelopen, maar zaterdagmiddag is het toch al vroeg af. Ondertussen is Aart ook met het volgende project gestart, het terras tussen huis en garage is nu keurig opgeruimd en we hebben een strakke afscheiding gemaakt met de tuin, nu nog wat grind erbij en dan is dat ook picobello. Maar dat moet nu weer even wachten, maandag 19 september starten we de terugreis. Nog voor de middag zijn we onderweg. We rijden richting Auxerre, maar blijven wat zuidwestelijk omdat we een interessante tip van Govert en Rianne hebben gekregen. We vinden een camperplek in St Amand-en-Puisay en wandelen daar wat rond en ontdekken een paar heel bijzondere bomen die we de andere morgen toch eerst even gaan fotograferen. Vanuit het dorpje waar we overnacht hebben rijden we verder richting St Saveur, we komen dan langs een heel bijzondere burcht in aanbouw, Guédelon wordt gebouwd zoals het vermoedelijk in de Middeleeuwen ging. Het is fenomenaal om te zien. In een ongerept stuk bos is een nederzetting opgetrokken zoals rond 1230. Er wordt met de hand een kasteel gebouwd met de materialen die ter plekke worden gevonden en bewerkt. We zien hoe steen uit een groeve gewonnen en bewerkt wordt, hoe bomen tot balken verwerkt worden, hoe ijzer gewonnen en bewerkt wordt, dakpannen en tegels gevormd en gebakken worden en hoe uit al die materialen een kasteel wordt opgebouwd. We zien hoe met een tredmolen één man zo’n 300 tot 400 kg naar boven krijgt, hoe met manden en paard en wagen materialen vervoerd worden. In 1998 is de bouw gestart en het hele project zal 25 jaar in beslag nemen. We vinden het een fantastisch initiatief en we willen zeker nog eens gaan kijken. Op de site www.guedelon.fr zien we later een kort filmpje, het geeft een idee van het gebeuren maar in werkelijkheid is het vele malen leuker. In de middag rijden we verder en vinden weer een goede plek om te overnachten, we kunnen eerst nog even lekker wandelen. Woensdag leggen we weer een etappe af en stoppen redelijk dicht bij de Belgische grens, wel oostelijker dan normaal. Donderdag gaan we richting Schijndel maar omdat Aart de snelweg in België snel zat is gaan we verder over op de kortste route. Ik geloof dat we alle kuilen en stoplichten in België gehad hebben voor we in Nederland arriveren. Maar rond 17.00 uur zijn we toch waar we willen zijn. We brengen ’s avonds nog een gezellig bezoekje bij René en Hilma en vrijdagmorgen starten we de laatste etappe en arriveren later op de ochtend in Schiedam. Na alle noodzakelijke uit- en opruimactiviteiten gaan we van het weekend genieten. Dit is een goed weekend daarvoor want de jaarlijkse brandersfeesten worden weer gehouden. Er is een nieuw standbeeld geplaatst (Proosje, symbool voor Schiedam als jeneverstad) en een heel bekend standbeeld (gravin Aleida die Schiedam stadsrechten gaf) kreeg een jasje. De stad is één groot muziekfestival, overal staan kraampjes en zaterdagavond is er weer de gebruikelijke gondelvaart. Het weer is ook nog eens fantastisch, dus we hebben geen spijt dat we erbij zijn. De laatste septemberweek zijn we druk met bezoek (brengen en krijgen) en zo vliegt ook deze week om.