intermezzo

Vrijdag 05-09-08 vertrekken we naar het zuiden, als we weggaan breekt de zon door en die blijft ons vergezellen. We rijden de A 75 af, voorbij St-Flour gaan we pauzeren bij de parkeerplaats van het viaduct de Garabit. In 1884 werd dit knappe stukje techniek door Eiffel voltooid. Het is een spoorwegviaduct dat toen 123m boven het niveau van de rivier La Truyère uitstak. In het informatiecentrum is een mooie reportage van de werkzaamheden te zien, de bogen werden zonder steunpunten naar elkaar toe gebouwd en kwamen exact op het goede punt samen. We rijden verder richting Millau en ook daar genieten we van een prachtig viaduct, maar dit is pas sinds 2005 in gebruik en overspant een stuk van 2,5 km over de rivier de Tarn en het dal, de hoogste pilaar is 343m hoog. We hebben er al eens overheen gereden en het infocentrum bezocht, dat doen we nu niet, we gaan naar het stadje zelf. Er is daar een prachtige camperplek met veel plaatsen op loopafstand van de stad. We maken de wandeling er heen en genieten van de leuke straatjes, steegjes, pleintjes en onderdoorgangetjes. Het ziet er allemaal gezellig oud uit. Op zaterdag gaan we verder, eerst richting Béziers. De weg vanuit Millau stijgt kronkelend naar een kalkplateau (causse), dan rijden we door een soort maanlandschap met wat lage struikjes, vergeeld gras en wat los “rondgestrooide” rotsblokken. Na een tijdje daalt de weg weer en komen we in een wijngebied. Als we Béziers naderen valt meteen de versterkte kathedraal op, wat een imposant bouwwerk. We ontdekken vanuit het centrum de weg naar “les neuf ecluses”, 9 schutsluizen die oorspronkelijk een hoogteverschil van 21.80 m overbrugden in het Canal du Midi. We treffen het want een aantal plezierboten wordt geschut, we trekken er een poosje voor uit om te zien hoe de boten dat hele eind zakken. We vervolgen onze weg naar Cap d’Agde en zijn daar aan het eind van de middag. We wandelen nog wat rond voor het eten. Zondag is het zulk prachtig weer dat we besluiten er een dagje van te profiteren. We wandelen, fietsen en zwemmen. Het water van de Middellandse zee is heerlijk en de uitgesleten rotsen vlakbij het strand (Mole) zijn het bekijken zeker waard. Op Maandag vertrekken we richting Camarque, een enorm natuurgebied met veel water, moerassen, bamboe, riet, maar ook rijstvelden en zoutpercelen. We parkeren na een uitgebreide rondrit in Salin-de-Giraud en fietsen daarvandaan zo’n 12 km naar het strand. Onderweg zien we een zoutwinbedrijf en hele kolonies flamingo’s. Het ruikt niet al te fris als je langs de zoutmoerassen rijdt maar de tocht is de moeite waard, we kunnen weer heerlijk baden in de zee en ons koesteren in het zonnetje. We kunnen zelfs nog buiten eten. Dinsdag rijden we nogmaals richting strand (nu met de auto) om te proberen de flamingo’s te fotograferen. Helaas zijn ze vandaag te ver weg om ze scherp in beeld te krijgen. De zoutbergen gaan wel op de foto en later ook nog de rijstvelden. Het weer is nu bewolkt en we gaan naar Avignon. Daar bezoeken we Mc Do voor ons internetgebeuren.